Het is zomer en Robin heeft vakantie in het boek O rode papaver, boem pats knal! . Zijn vader heeft een nieuwe baan en daarom is het gezin van Robin verhuisd. In het nieuwe huis beleeft Robin allerlei avonturen. Een spannend voorleesboek, met grappige verhaaltjes geschikt voor elke dag een hoofdstuk. Vooral geschikt om voor te lezen net voor of net na de zomervakantie.
Waar gaat O rode papaver, boem pats knal! over?
De vader van Robin is geen schoolmeester meer, hij is hoofd van de school. Nu woont Robin in een huis dichterbij zijn school. Meteen vanaf het eerste hoofdstuk worden de kinderen meegezogen in de belevingswereld van Robin.
Deze wereld zullen vooral de slimmere kinderen uit je klas herkennen. Robin denkt veel na over de zaken die om hem heen gebeuren. Voor de andere kinderen in je klas zal het niet altijd even begrijpelijk zijn.
Robin heeft een grote vijand die in het hele boek terugkomt, de wolf bovenaan de trap. De spanning in je klas zal om te snijden zijn als je voorleest hoe Robin de wolf probeert aan te pakken. De titel ‘O rode papaver, boem pats knal!’ zal erin terug komen.
Lesideeën
Kringgesprek
Na de zomervakantie kun je dit boek goed voorlezen. Met de kinderen kun je een kringgesprek houden over wat zij hebben gedaan in de vakantie. Om het aan te sluiten bij het boek, kun je de spannendste gebeurtenis vragen aan de kinderen.
Beeldende activiteiten
– Laat de kinderen een tekening maken over de spannendste gebeurtenis in hun vakantie.
Ze hebben een gebeurtenis nog in hun hoofd als je met hen een kringgesprek hebt gehad. Om ze te helpen kun je de volgende vragen stellen:
Met wie was je daar? Wat deed je precies? Wat gebeurde erna? Wat zag je allemaal om je heen? Wat wil je er precies van tekenen?
– In het begin van het boek gaat het over de zon. Ook heel toepasselijk in het thema zomer. Laat de kinderen een grote ronde gele cirkel (de zon) schilderen op een groot vel papier. Laat ze dan een vierkant knippen uit een wit vel papier en een driehoek uit een rood vel papier. Dit is hun huis die ze op de zon kunnen plakken. Laat de kinderen bedenken wat ze om hun huis hebben staan. Misschien willen ze wel een mens erbij plakken? Dit kan goed van een rondje als hoofd, een rechthoek als buik en kleine rechthoekjes als armen en benen. Een boom kunnen ze maken van een rondje (de top) en een rechthoek (de stam). Je kunt ook zorgen dat je al die figuurtjes van te voren voor ze hebt.
– In het boek wordt een zelfbedacht monster beschreven: de bullebak. Laat de kinderen zelf zo’n bullebak ontwerpen. Je kunt daarvoor voorbeelden geven, zoals de voorkant van een leeuw en de achterkant van een mens. Of een krokodil zonder oren en tanden. De kinderen kunnen dit monster dan tekenen of schilderen.
– Robin gaat hooien. De kinderen kunnen van geel papier allemaal sprietjes knippen. Laat ze, net zoals je gras maakt, een geel vel papier inknippen, zodat je alleen de onderkant hoeft op te plakken. De sprietjes komen dan los van het papier. Laat de kinderen van blauw papier een poppetje knippen (de overall). Dit kun je ook voor ze vast doen. Ook een hark is nodig, laat de kinderen allemaal rechthoekjes knippen of prikken en laat ze daar een hooivork van maken. Of zorg ervoor dat je dit van te voren hebt en laat de kinderen het poppetje met de hark plakken op de gele sprietjes. Robin is dan aan het hooien.
Drama
– In het boek speelt Robin poppenkast. Laat de kinderen experimenteren met wat handpoppen. Laat de handpoppen met elkaar praten. Laat de kinderen horen dat ze met gekke stemmetjes kunnen spelen. Laat de kinderen zichzelf spelen, laat ze ook juist een ander persoon spelen.
Laat de kinderen in 3-tallen werken. Als een groepje een leuk verhaaltje heeft bedacht, laat je ze dit voor de klas spelen.
– Probeer of ze een situatie van de vakantie kunnen uitbeelden. Dit kunnen ze zelf spelen, of een handpop laten uitbeelden. Laat het kind eerst vertellen wat er gebeurde en speel dit dan samen met dit kind na. Je kunt ook een voorbeeld geven. Laat bijvoorbeeld een pop van de glijbaan in de speeltuin af roetsen. Een ander kind wil ook, maar mag alleen met zijn ouder. Speel na dat het kind samen met zijn ouder van de glijbaan af glijdt.