25 tips om te spelen met wind

Het waait hard! En de komende dagen blijft het waaien. Helaas soms ook met wat regen, maar dat is geen reden om de hele dag binnen te zitten toch? Laat de kinderen lekker uitwaaien met deze tips om te spelen met wind. 
Spelen met wind

25 tips om te spelen met wind

  1. Neem plastic zakken mee naar buiten. Bind er een touwtje aan vast en laat het als een vlieger in de lucht vliegen. Kijk hoe de zak de wind vangt en waar de wind vandaan komt. Laat de zak af en toe even los en kijk waar hij heen waait.
  2. Plastic zakje in de windHenricke van kleuterklasse gaat graag naar buiten met grote vuilniszakken. Hier kun je ook heel goed de wind mee ‘vangen’.
  3. Verzamel blikken. Laat de kinderen de blikken schilderen en doe er een touwtje door heen. Hang de blikken naast elkaar aan een stok of tak. Zorg ervoor dat er genoeg ruimte tussen de blikken is, zodat ze tegen elkaar kunnen waaien. Hang de stok met blikjes buiten op en luister als het waait naar het mooie geluid wat het produceert.
  4. Neem een grote doek of parachute, bijvoorbeeld deze spelparachute mee naar buiten. Ga eromheen staan en houd allemaal een punt vast. Kijk hoe het doek de wind vangt.
  5. Neem een opgeblazen ballon mee naar buiten. Je koopt deze goedkoop bij de Hema. Kijk of het lukt om ermee over te gooien of ermee te voetballen.
  6. Maak een windmolentje. Ga ermee naar buiten en kijk hoe hard de wind waait en waar de wind vandaan komt.
  7. Neem watjes mee naar buiten en laat ze zweven op de wind.
  8. Neem wederom een plastic tas aan een touwtje mee naar buiten en bindt hem vast aan een tak of het klimrek. Dit is een windvanger! Kijk waar de wind vandaan komt.
    Windvanger
  9. Maak een vlieger en ga ermee vliegeren in wind.
  10. Verzamel allemaal blaadjes. Gooi ze in de wind en kijk waar ze heen waaien. Bespreek de richting van de blaadjes. Tel hoeveel blaadjes direct op de grond zijn gevallen en hoeveel er weg waaien.
  11. Koop deze dvd van Winnie de Poeh en bekijk de aflevering over Waaibomendag. Ontzettend schattig en de kinderen leren er veel van. Vanaf nu heet een dag met veel wind Waaibomendag!
  12. Neem de watertafel of een grote bak met water mee naar buiten. Knutsel een bootje en laat deze varen op de wind. Maak een wedstrijdje met meerdere bootjes. Welke gaat het snelst? En welke langzaam? Je kunt ook de tijd opnemen. Hoe lang doet een bootje erover om naar de overkant te komen? Misschien vaart het bootje juist opzij. Welke kant gaat het dan op?
  13. Springen in de wind: hoe ver kun je springen tegen de wind in? En met de wind mee? Zet met stoepkrijt strepen en meet dit op met een meetlat of een strook papier.
  14. Ontdek samen waar de wind vandaan komt. Hoe kun je daar achter komen?
  15. Bespreek hoe je kunt zien dat het waait. Wat zie je als het zachtjes waait? En als het hard waait? En wat zie je als het stormt?
  16. Luister naar de geluiden van de wind. Maak deze geluiden na met je stem.
  17. Orkanen en grote stormen krijgen altijd een naam. Welke naam kunnen jullie samen bedenken? En waarom is dat een leuke naam voor de storm?
  18. Fiet wil rennen is een prachtig boek over de wind, wat je met deze dagen echt moet voorlezen, bekijk het hier. Ook is er een prachtige app voor de iPad beschikbaar. Je vindt hier het geanimeerde, voorgelezen boek door Frank Groothoff. Natuurlijk kun je het ook zelf voorlezen.
  19. Speel het boek Fiet wil rennen na. Ren tegen de wind en ren ook met de wind mee. Bespreek waarom het moeilijk is om tegen de wind in te rennen en waarom het zo makkelijk is als je wind mee hebt.
  20. Hang tegen de wind in. Ontdek wat er gebeurt.
  21. Neem allerlei licht en zwaar materiaal mee naar buiten, zoals watjes, stokjes, blaadjes, veertjes, lichte en zware ballen, blokjes, papier, rietjes, paperclips, etc. Ontdek of de wind het op kan tillen en of de wind het mee kan nemen.
  22. Laat je haar naar achteren waaien in de wind en meet hoe lang je haar is. Maak een lange sliert van meiden met lang wapperend haar achter elkaar en meet hoe lang al het haar bij elkaar is.
  23. Bekijk het filmpje van de dansende zakjes.
  24. Speel de dansende zakjes na. Neem boterhamzakjes mee naar buiten en laat ze dansen in de wind.
  25. Neem grote of kleine blokjes, lego of foamblokken mee naar buiten. Bouw er een toren mee. Kan de wind de toren omver blazen?

Heb jij ook een tip om te spelen met wind? Zet het in een reactie! 

Er staan affiliate links in dit blog.