We zitten in de kring. 25 paar ogen staren me lusteloos aan. Tien paar armen rust op de benen met het hoofd op de handen. Vijftien keer hoor ik een diepe zucht. Twee kinderen vallen zonder aanleiding van hun stoel. We zijn moe!

Ik hang in mijn ergonomische goed-voor-de-rug-en-dus-voor-de-juf-bureaustoel. Nog maar eens een diepe zucht gaat door de klas. Die van mij deze keer. ‘Ja jongens, we zijn moe. Ik ook! Het is warm en we hebben hard gewerkt.’

Eigenlijk wil ik zeggen: ‘Dus geef ik jullie allemaal de rest van de dag vrij, kunnen we morgen weer uitgerust beginnen.’ Daar zullen de kinderen heel blij van worden, maar iedereen eromheen wat minder.

Dus zeg ik. ‘Lieverds, we doen het rustig aan. We gaan het nog wel even volhouden. Dat kunnen wij. En we gaan ook echt nog leuke dingen doen. Wat vooral helpt als je moe bent is aardig voor elkaar te blijven.’ (En ja dat zou ik thuis ook moeten doen eigenlijk, sorry husband, denk ik).

Want het is nog drie weken. Drie volle schoolweken met voor ons rapporten, rapportgesprekken, groepsplannen en opruimen en schoonmaken. Qua energie zit ik al in de laatste schoolweek, maar ik heb toch echt nog even te gaan.
En voor de kinderen nog zoveel mogelijk gewone schoolweken met als afsluiter juffen-en-meester-dag.

Net-vier-dus-net-naar-school-en-meteen-maar-hele-dagen-moe is erger

Midden in mijn verhaal valt er weer een kleuter van de stoel af. De groep 1 leerling begint meteen hartverscheurend te huilen. ‘Ik wil naar mamaaaahaaahaaahaaa!’
Je hebt leerkracht-aan-het-eind-van-het-schooljaar-moe, maar net-vier-dus-net-naar-school-en-meteen-maar-hele-dagen-moe is erger kan ik je vertellen. Arme schatten.

En dus gaan we maar snel weer spelen. Met het laatste restje energie dat ze nog uit hun tenen kunnen halen.

En ik? Ik slaap in het weekend wel bij (als mijn zoontje het toe laat ;))