De Nationale Voorleesdagen komen eraan. Speciaal voor deze mooie dagen in het jaar de Voorlees tag. Neem ‘m gerust over! Stuur je mij een berichtje als je het hebt geblogd? 

voorlees tag

1. Hoe vaak lees je voor?

Ik lees elke dag dat ik thuis ben met zoonlief minstens een boek aan hem voor. Meestal zijn het wel een aantal boeken achter elkaar, want hij is er dol op. Op de dagen dat ik werk, lezen zijn opa’s en oma’s of manlief voor.

In de klas lees ik sowieso een boek voor tijdens het fruit eten. Maar vaak gooi ik er nog een prentenboek achteraan.

2. Wat is je favoriete voorleesboek?

Thuis de boeken van Ruth Wielocxk. Heerlijke illustraties en leuke verhalen.
Gewonnen Ruth Wielockx

In de klas zijn voorleesboeken favoriet bij me. Nu het boek van Kolletje & Dirk.

3. Wat is het favoriete voorleesboek van je kind(eren)?

Mijn zoontje is dol op het Vroemtuigenboek van Richard Scarry. Hij vindt het fantastisch om op zoek te gaan naar het gouden kevertje en de ongelukken in het boek te zijn.

Mijn vroemtuigenboek

Mijn klas krijgt geen genoeg van Het boek zonder tekeningen. Die ik nodig weer eens mee naar school moet nemen trouwens, ze smeken erom.

4. Waar werd je als kind het liefst uit voorgelezen?

Ik was een groot fan van de boeken van Annie M.G. Schmidt. Het boek Jip en Janneke kreeg ik als baby en is letterlijk stuk voorgelezen. Gelukkig kreeg ik een nieuw exemplaar bij de geboorte van onze zoon van mijn collega’s.

Jip en Janneke

5. Hoe lees je voor?

Ik ben dol op het nadoen van stemmetjes. Als juf ligt mijn klas daar regelmatig om in een deuk. En mijn zoontje kijkt me ook wel eens raar aan. Ze blijven er in ieder geval goed bij betrokken! De mannen krijgen sowieso een zwaardere stem, want zo’n hoge vrouwenstem is natuurlijk maar gek als er een papa in het verhaal voor komt. Het liefst doe ik er ook allerlei bewegingen bij.

6. Waar lees je voor?

Ik lees zoonlief meestal overdag voor. We zitten dan samen op de bank en zoonlief op schoot met het boekje voor zijn neus. Bewegingen doen, zoals ik graag doe, is dan wat lastiger, maar de stemmetjes lukken dan gelukkig goed.

In de klas loop ik rond. Zo kan ik af en toe iemand aantikken die niet oplet en de kinderen bij een dialoog aanspreken. Hilarisch vinden ze dat.

7. Wat is je voorleestip?

Lees eens voor op een spannende plek. Maak bijvoorbeeld een tent door een laken over twee stoelen te spannen. Ga er met elkaar onder zitten en lees daar voor.