Thema Welkom op school

Alle scholen zijn weer begonnen! Hier vind je tips voor het thema ‘Welkom op school’. Zo kom je goed de eerste schoolweken door! De tips staan bij de doelen voor de kleuters. 

Taal

  • Leg de dagritmekaarten in de kring.  Laat de kinderen een onderdeel van de dag pakken waar ze een zin over mogen zeggen.
  • Leg allerlei voorwerpen van de klas in de kring. Neem bijvoorbeeld potloden, gummen, ontwikkelingsmateriaal, prikpennen, de wc-kaart etc. Laat de kinderen allemaal een voorwerp pakken waar ze een zin over mogen zeggen.
  • Laat de kinderen een verhaaltje maken met de voorwerpen in de kring, schrijf dit verhaal op en lees het voor in de kring (bijvoorbeeld tijdens het fruit eten).
  • Herkennen de kinderen de voorwerpen? Laat ze vertellen waar ze de voorwerpen van kennen. Hebben ze de voorwerpen ook wel eens ergens anders gezien? Wat kunnen ze erover vertellen?
  • Maak een woordweb met de kinderen in het thema welkom op school. Wat past er allemaal bij school? Zoek er samen plaatjes bij op de computer/digibord en plak deze erbij. Je kunt ook een woordweb maken over verschillende woorden van het thema.

Beginnende geletterdheid

Doel: Letterklanken herkennen

  • Laat de kinderen woorden die met de school te maken hebben bedenken. Laat ze allerlei woorden bedenken met een bepaalde beginletter. Bijvoorbeeld de g van gum of de f van fruit. Je kunt hier een woordspin met plaatjes van maken.
  • Bedenk samen met de kinderen allerlei woorden met een bepaalde letter. Bijv. de S van school. Laat ze hier plaatjes over opzoeken, bijvoorbeeld in tijdschriften.
  • Als je een letter van de week hebt, kun je de kinderen deze letter laten leggen van gummetjes of potloden. Je kunt ze ook tekenen, laat de kinderen ze tekenen of print ze van het internet.
  • Laat de kinderen allerlei voorwerpen van school in de klas zoeken. Maak samen met de kinderen groepjes van deze spullen met de beginletters. Leg deze beginletter er groot bij.

Doel: Positie van een letter in een woord oefenen. (de leerkracht ontleedt het woord) K-l-a-s. Wat is de laatste letter? De middelste letter? Auditieve discriminatie

  • Verander de eerste, de middelste, of de laatste letter van woorden die met school te maken hebben. Weten de kinderen welk woord je bedoelt? Maak bijvoorbeeld van het woord klas, het woord klus. Welk woord wordt bedoeld? En welke letter is veranderd?
  • Verzamel allerlei spullen die met school te maken hebben in de kring. Hak de woorden van de attributen met de klas. Oefen daarbij de positie van de verschillende letters. Bijv. het woord gum. Benoem ook de goed dat de eerste letter de g is, de middelste letter de u en de laatste letter de m.

Doel: Klankzuivere woorden ontleden, m-k-m –woorden, m-m-k-m of m-k-m-m. Hakken met de hand op de tafel van links naar rechts

  • Hak en plak allerlei woorden die met school te maken hebben. Je kunt hier een spelletje van maken. Hak en plak een bepaald woord, bijv. g-u-m. Kunnen de kinderen raden welk woord je hebt gehakt? Laat de leerling het woord hakkend en plakkend herhalen.
  • Verzamel spullen die met school te maken hebben en hak en plak die samen met de kinderen in de kring. Groepeer ze in lange en korte woorden.

Doel: rijmen

  • Rijm met de kinderen op allerlei woorden die met school te maken hebben.
  • Kun je samen een versje maken met de kinderen? Een elfje is ook een leuk idee. Een voorbeeld van een versje:
    Welkom allemaal!
    Tijd voor een nieuw jaar.
    Vol met kabaal.
    Zijn we klaar?
    Een, twee, drie.
    Daar gaat ‘ie!

Rekenen

 Doel: Voorwerpen ordenen op basis van kenmerken: groot-klein, hoog-laag, meer-minder, dun-dik, smal-breed

  • Gebruik de voorwerpen die over school gaan uit het voorbeeld bij taal. Maak allerlei groepjes met de kinderen in de kring. Grote en kleine voorwerpen, hoge en lage, meer en minder, dunne en dikke voorwerpen en smalle en brede.
    Zijn er ook verschillende groepjes van verschillende kleuren te maken? Je kunt dit ook doen met alleen potloden, of stiften.
  • Welke eigenschappen en overeenkomsten kunnen de kinderen nog meer bedenken met de voorwerpen? Laat ze het in die groepjes leggen.

Doel: Vooruit- en terugtellen vanaf verschillende startpunten t/m 20

  • Leg de voorwerpen van de kring op een rij. Tel deze met de kinderen vanaf verschillende startpunten.
  • Leg allerlei plaatjes die met school te maken hebben op een rij.  Tel deze vanaf verschillende startpunten. Je kunt hier de getallen bij leggen, voor het getalbegrip.

Doel: Koppelen van hoeveelheid aan hoeveelheid (leeftijd aan vingers, rondjes aan knikkers etc) en de cijfers

  • Maak groepjes van verschillende aantallen van de voorwerpen van school. Laat de kinderen de juiste cijfers bij de aantallen leggen.
  • Geef de kinderen allemaal een aantal plaatjes of voorwerpen van school in de handen. Laat ze iemand zoeken die 1 meer of 1 juist 1 minder heeft. Je kunt ze ook een cijfer vertellen of geven dat ze moeten zoeken.

Kijk voor meer inspiratie en leuke activiteiten op Voorbereiden op de eerste schoolweek.