Leren rekenen met Loom voor groep 1 t/m 5

Loom is een grote rage, iedereen speelt ermee. Maar wist je dat je er ook mee kunt rekenen? Het biedt mogelijkheden om te leren tellen, te rekenen, de keersommen en de begrippen te oefenen. 20 Leerzame opdrachten bij Loom (met opdrachtkaartjes). 

Voor de rekenactiviteiten kun je gebruik maken van het originele starterspakket Loom. Je kunt ook uit de voeten met de losse Loom bandjes.

Begrippen

De begrippen vol en leeg zijn voor kleuters heel belangrijk om te leren.

  • Maak het weefbord helemaal vol en maak het ook weer leeg.
  • Pak een boterhamzakje en vul dat helemaal met bandjes. Dan is deze vol. Maak nu twee zakjes helemaal vol.
  • Maak een zakje met bandjes half leeg.

De kinderen leren de kleuren ook goed herkennen door de loombandjes. Praat veel over de kleuren met de kinderen.

Loom vol en leeg

Opdrachtkaartjes Loom vol en leeg

Leren tellen (kleuters)

Vragen die je kunt stellen

  • Hoeveel elastiekjes heb je gebruikt of ga je gebruiken?
  • Hoeveel groene elastiekjes, hoeveel rode elastiekjes, etc. heb je?
  • Hoeveel verschillende kleuren heb je gebruikt?
  • Hoeveel rijen heb je in je armband?

Met het weefbord:

  • Zet drie groene en zes blauwe elastiekjes op. Hoeveel elastiekjes zijn dat samen?
  • Zet vijf groene, zes blauwe en acht witte bandjes op. Hoeveel elastiekjes zijn dat samen?

Opdrachtkaartje loom tellen

Opdrachtkaartjes Loom tellen

Leren schatten (kleuters, groep 3)

Vragen die je kunt stellen

  • Hoeveel elastiekjes denk je dat je nodig hebt voor een armband?
  • Hoeveel heeft je buurman er nodig?
  • Hoeveel heeft je vader er nodig en je moeder? Etc.

Optellen en aftrekken (groep 3 en 4)

Je kunt allerlei sommetjes maken met de bandjes.
Voorbeelden:

  • Pak drie rode en vier groene bandjes. Hoeveel bandjes zijn dat samen?
  • Als je vier armbandjes maakt, hoeveel sluitingen heb je dan nodig?
  • Je moet twee armbanden maken. Elke armband heeft 12 bandjes. Hoeveel bandjes zijn dat samen?
  • Je maakt een ketting met drie witte, vijf rode, acht blauwe en tien oranje bandjes. Hoeveel bandjes zijn dat samen?

Opdrachtkaartjes Loom sommen

Opdrachtkaartjes Loom sommen

Keersommen (Groep 4 en 5)

Je kunt de keersommen oefenen met de bandjes.
Voorbeelden:

  • Pak 2 x 3 bandjes.
  • Pak 3 x 4 roze bandjes en 5 x 6 groene bandjes.
  • Je hebt 12 kettingen nodig van 5 x 2 blauwe bandjes en 6 x 2 groene bandjes.

Op het weefbord

  • Je maakt het hele bord vol, hoeveel elastiekjes heb je dan nodig?
  • Je maakt het halve bord vol, hoeveel elastiekjes zijn dat?
  • Je maakt twee rijen op het bord vol, hoeveel elastiekjes zijn dat?

Opdrachtkaartjes Loom keersommen

Opdrachtkaartjes Loom keersommen

Je kunt zelf natuurlijk ook nog veel sommetjes bedenken.